21 juli – 4 augustus 2001
Zaterdagavond 21 juli 2001 vertrekken we om 22.15 uur richting Hongarije. Via Venlo gaan we richting Duisburg waar de weg slecht aangegeven staat. Dus belanden we midden in het centrum van Duisburg. Uiteindelijk komen we een bordje Dusseldorf tegen en houden dat aan, maar dit blijkt een polderweg naar Dusseldorf te zijn, die ook weer midden in het centrum uit komt. Mönchen-Gladbach staat hier aangegeven en we besluiten om hier maar heen te gaan, bang om weer verkeerd te rijden. We zijn nu zo’n 100 km om gereden. Vanaf dan gaat het goed. We stoppen veel onderweg, ongeveer om het anderhalf uur, anders is het moeilijk om vol te houden. Rond half acht val ik in slaap en om 8 uur wordt het Erik ook te veel. Hij besluit de auto aan de kant te zetten en even te gaan slapen. Rond 9 uur worden we wakker en gaan iets eten bij het restaurant langs de snelweg. Daarna gaan we met frisse moed weer verder.
Om 13.30 uur komen we aan in Mosonmagyarovar, Hongarije. Op internet heb ik een camping gezocht, nl. ‘Kis Duna’. We rijden er naar toe, maar het lijkt ons helemaal niets, het lijkt wel op een achtertuin van iemand. We gaan naar het VVV-kantoor in Mosonmagyarovar en krijgen daar een overzicht van meerdere campings. We rijden naar een andere camping, maar ook deze ziet er niet goed uit. Heel erg drekkerig!
We besluiten om nog naar een andere camping te rijden, maar kunnen deze niet vinden. Als we weer langs ‘Kis Duna’ komen, zetten we toch maar daar onze tent op. We zijn heel erg gaar en willen zo snel mogelijk fatsoenlijk zitten. Om half vier komen we aan op ‘Kis Duna’, we hebben 1318 km gereden. Binnen een uur hebben we de tent opgezet en als we dan uiteindelijk voor de tent zitten, blijken we daar eigenlijk best goed te zitten. Een mooi veldje aan het water en heel erg schoon sanitair, wat willen we nog meer! Er komen steeds meerdere mensen bij, het blijkt een echte trekkerscamping te zijn. Vooral veel mensen die met de fiets op vakantie zijn. We eten wat en om 18.30 uur ben ik zo op, dat ik ga slapen.
De volgende ochtend worden we om 10 uur wakker. We hebben besloten om deze dag niet naar Wenen te gaan, want dat haalt toch niets uit. We gaan morgen en blijven nog een nachtje extra op ‘Kis Duna’ (prijs HUF 2100 per nacht incl. elektriciteit).
Nadat we enkele boodschappen hebben gedaan, gaan we rond 14.00 uur een eindje rijden richting de Donaubocht.
We stoppen als eerste bij Komarom en lopen richting de Slowaakse grens. Hebben we in ieder geval Slowakije ook gezien! Op dit punt vormt de Donau de natuurlijke grens tussen Hongarije en Slowakije.
Daarna rijden we naar Esztergom waar we de Basiliek van buiten bekijken en even op het terras iets drinken. We rijden verder naar Visgrad waar je op een afstand de burcht al kunt zien liggen. Helaas kunnen we de weg naar deze burcht niet vinden en rijden verder naar Vac. We drinken wat aan de oever van de Donau met Vac op de achtergrond.
Nadat we onze drankjes op hebben gaan we via Szentendre richting Boedapest en terug naar Mosonmagyarovar. We kunnen de belangrijkste bezienswaardigheden van Boedapest al zien liggen en ik kan niet wachten om hier een hele dag naar toe te gaan!
Rond 21.00 uur arriveren we weer op de camping. We maken iets te eten en drinken nog wat voor we gaan slapen.
Dinsdag 24 juli 2001, vandaag gaan we naar Wenen. We gaan met de auto en parkeren in het centrum. Rond 10.30 uur kunnen we dan beginnen met onze ontdekkingstocht door Wenen. Het regent pijpenstelen, maar gelukkig stopt het snel.
Via allerlei straatjes belanden we bij de ‘Hofburg’. Een schitterend gebouw, maar dat zijn ze trouwens allemaal! Vervolgens zien we de ‘Heldenplatz’, de ‘Maria Theresienplatz’ met het kunsthistorisch museum en het natuurhistorisch museum, het parlementsgebouw, het raadhuis, de ‘Votivkirche’, de ‘Stephansdom’ en de ‘Karlskirche’.
Als we dit allemaal gezien hebben gaan we met de metro richting Schloss Schönbrunn. Een schitterend paleis met enorme tuinen erom heen. Vanaf de achterkant van de tuinen, dan omhoog loopt, heb je een prachtig uitzicht over Wenen, echt heel mooi!
Om 16.00 uur hebben we alle belangrijke bezienswaardigheden gezien en rijden we terug naar de camping waar we een uur later aankomen.
De volgende dag vertrekken we naar Szilvasvarad. Onderweg komen we weer dwars door Boedapest, waar we natuurlijk weer de weg kwijtraken. Deze stad is wat dat betreft echt een ramp!
We komen aan op camping Hegyi in Szilvasvarad (HUF 2250 per nacht incl. elektriciteit). De camping is heel drekkerig, omdat het kei hard geregend heeft. We besluiten om even te wachten met het opzetten van de tent tot de grond wat droger is. Uiteindelijk staat de tent en nog geen minuut later, begint het weer te regenen, nou daar zitten we dan!
Donderdag ziet de lucht er nog steeds dreigend uit, dus besluiten we om naar Aggtelek National Park te gaan met de mooiste en grootste druipsteengrotten van Europa. Dit is niet te veel gezegd!
We maken een rondleiding van een uur. In het begin lijken het doodgewone grotten, maar hoe verder we gaan, des te mooier het wordt. Op het einde komen we in een reusachtige grot waar we kunnen genieten van een klank- en lichtspel. Echt schitterend! Iedereen wordt er stil van.
Via Miskole en het Bükkgebergte rijden we terug naar de camping. Onderweg zien we nog een ooievaarsnest in een typisch Hongaars dorpje.
Zodra we op de camping aankomen begint het weer te regenen en we besluiten om maar eens lekker uit eten te gaan. We nemen beide een schnitzel met friet en salade en als nagerecht neem ik ijs en Erik een Whiskey. We moeten omgerekend nlg 13,0 betalen. Zo kun je nog eens lekker uit eten gaan!
Vrijdag 27 juli klaart het eindelijk een beetje op, zodat we naar Bükki Nemzeti Park kunnen. We gaan met een treintje de bergen in en lopen terug naar beneden. Onderweg komen we een meer tegen en watervallen waar het park om bekend staat, maar deze zijn niet echt spectaculair.
Binnen een uur hebben we het park bekeken en zijn we weer onder aan de berg.
’s Middags hangen we lekker bij de tent.
Zaterdag is het zover, op naar Siofok voor een paar dagen relaxen aan het Balatonmeer. Wij rijden over de binnenwegen naar Siofok om Boedapest te ontwijken, een rit van ongeveer 5 uur.
Rond 16.00 uur komen we aan op camping Aranypart (HUF 3870 per nacht incl. elektriciteit). Het is stikheet en met moeite zetten we de tent op.
’s Avonds lopen we even richting het meer. Je hebt vanaf hier een mooi uitzicht op het verlichte Balatonfred.
Zondag liggen we lekker de hele dag te bakken aan het Balatonmeer.
Maandag 30 juli gaan we naar Boedapest. We gaan met de auto, omdat we anders wel heel vroeg met de trein mee moeten en de treinreis duurt maar liefst twee uur. Onderweg komt Erik er achter dat hij zijn paspoort, portemonnee en rijbewijs in de tent heeft laten liggen. Erg riskant, maar we besluiten om niet terug te gaan.
We parkeren de auto bij het Mercure hotel. Met een autolift worden we naar boven ‘gereden’ waar we kunnen parkeren.
Via de Clotildepaleizen en de Elizabethbrug lopen we naar het herdenkingsmonument St. Gellèrt. In de verte zien we het Koninklijk Paleis al liggen. We lopen door de brandende hitte de berg naar het Koninklijke paleis op. Als we dit bekeken hebben, lopen we door de schaduw terug langs de Donau naar het Parlementsgebouw. Dit is heel mooi. In de verte zien we nog een mooie kerk, deze blijkt ook vlakbij het paleis te liggen wat we niet gezien hebben. Het is echt heet en we zijn blij als we boven in de Matthiaskerk even af kunnen koelen. Vanaf het Vissersbastion bij de Matthiaskerk heb je een prachtig uitzicht over Boedapest.
Met de metro gaan we even later naar het Millenium herdenkingsmonument. Ook mooi om te zien, maar eigenlijk hebben we allebei geen zin meer om nog meer te bekijken, het is ook zo warm! We besluiten om terug te gaan naar de auto. We stappen bij het juiste metrostation uit, alleen bij de verkeerde uitgang. We weten niet meer waar we zijn en lopen een uur naar de auto te zoeken. Uiteindelijk vinden we deze gelukkig wel terug.
Onderweg naar de camping gaan we nog even langs de grote supermarkt ‘Tesco’ in Szekesfehervar om vlees voor op de barbecue te halen.
’s Avonds gaan we lekker barbecuen.
Van dinsdag tot vrijdag liggen we lekker iedere dag aan het Balatonmeer. Echt heerlijk. Ik vermaak me met een boek en Erik gaat lekker surfen. Aan het einde van de week ontkom ik er echter niet aan en krijg ik ook surfles!
We hebben ondertussen een stelletje leren kennen: Erik en Tamara, waar we weel mee optrekken. Dinsdagavond gaan we met hen stappen bij ‘Big Shots’, een cafe waar ze karaoke hebben.
Donderdag eten we gezellig met zijn vieren bij onze tent en kletsen dan nog wat na.
Vrijdag is het dan de laatste dag. We hebben besloten om zaterdagochtend om 04.00 uur te vertrekken. Vrijdagavond pakken we alles in. Als we terugkomen van de winkel blijkt er bij Tamara en Erik ingebroken te zijn. Heel de tent is doorgesneden, maar gelukkig is er niks waardevols gestolen. Later horen we dat dat normaal is op deze camping. Zijn wij even blij dat we op het punt staan om weg te gaan.
Zaterdagochtend om 03.00 uur staan we op en breken het laatste deel van de tent af. Om 04.10 uur rijden we dan weg. ’s Avonds om 19.00 uur komen we in Waalwijk aan. We hebben maar liefst 4450 km gereden in totaal!